zondag 15 september 2013

Jan Piet op 90-jarige leeftijd
Levensloop van Jan Piet,
grootvader van Cornelis ‘de minister’


Jan Piet is een illustere voorvader, die vooral herinnerd wordt om zijn fikse nageslacht en rijkdom. Over zijn veelbewogen leven zou je een boek kunnen schrijven...

Het gezin waarin Jan Piet wordt geboren
Jan Piet, geboren in 1810 op Diek 10, is het eerste zoontje van Pieter Janszn. Witte, bijgenaamd ‘de kuiper’[1] en Diewertje Dirksd Dijt dat in leven blijft. Zijn ouders krijgen acht kinderen. De eerste twee zoontjes leefden slechts twee, resp één jaar. Ze heetten beiden Jan Pietersz. Witte. Als na drie meisjes weer een jongetje wordt geboren, heet deze opnieuw Jan, roepnaam Jan Piet. Nadat Diewertje in 1821 weduwe is geworden, koopt zij Maria’s hoeve aan de Westerweg en gaat daar wonen met haar vier nog levende kinderen. 

Huwelijken en kinderen
Jan Piet is uit stevig hout gesneden. Hij wordt 94 jaar en overleeft vier echtgenotes, met wie hij in totaal 21 kinderen krijgt. Met zijn eerste vrouw Guurtje Zijm woont hij vanaf 1835 (25 jaar oud) weer op Diek 10, in het gedeelte waar hij is geboren[2] . In april 1836 sterft Guurtje echter in het kraambed. Anderhalf jaar later treedt Jan Piet, weduwnaar met een zoontje, in het huwelijk met Antje IJsbrandsd. Metselaar.  Met haar woont hij vanaf 1843 op St Jozef (Westerweg 45). Tussen haar 23e en 44e jaar (ze overlijdt in 1858 op Hermanshoeve), baart zij tien kinderen.
Jan Piet vindt na het overlijden van Antje binnen een half jaar opnieuw een vrouw, die maar liefst29 jaar jonger is dan hij. Met haar krijgt hij drie kinderen, waarvan er slechts één blijft leven. Deze vrouw, Antje Jacobsd. Huisman, overlijdt in 1864, slechts 25 jaar oud, op Hermanshoeve. Nog dat zelfde jaar trouwt hij met zijn vierde en laatste vrouw,  Neeltje Dijt, met wie hij nog eens zeven kinderen krijgt. Neeltje overlijdt op 46-jarige leeftijd in Everstekoog.

Handel en wandel van Jan-Piet
Jan Piet neemt als 19-jarige de bedrijfsvoering op zich van zijn moeders boerderij Maria’s hoeve. Aanvankelijk kijkt hij de kunst af van zijn moeder, die de veestapel geleidelijk liet groeien. Zo weten we dat Diewertje in 1823 vijf koeien, een schet (een jonge koe) en dertig schapen bezit. Twee jaar later heeft zij drie koeien, 75 schapen en een paard. Staande op eigen benen bouwt Jan Piet vanaf zijn twintiger jaren een eigen boerenimperium en groeit hij uit tot grootgrondbezitter[4]

In 1845 koopt hij voor 4000 gulden[5] Hermanshoeve aan de Rozendijk. Daarvóór huurde hij St Jozef, destijds ‘het gesticht’ en de ‘oude school’ genoemd. Hij woont op Diek 10[6], maar verhuist volgens de overlevering van zijn zoon Reijer[7] in 1840 al naar Hermanshoeve. Misschien vergiste Reijer zich een jaartje of vijf?

In als byzonder zyn wort hier bewaard
Het was 1840- 20 maart
Toen vader zaliger (Jan Piet) moest verhuize naar Hermanshoef
Toen was het ook al schoppe troef
Het vroor toen noch zoo alle dagen
Dat de aardappels bevroze op de wagen
En het was nog erg glad
Je viel haast op je gat
Een paard viel op zyn bek
En kreeg een bloed piek wat stond het gek
En voor de kinder was het te koud op de wagen
Die moesten lopen of je moest ze dragen


In 1854 koopt hij Vredelust aan de Californieweg voor 8000,-; hij verhuurt het.
In 1868 koopt hij het boerderijtje Dorpsstraat 2 in de Koog, om dit vijf jaar later aan zijn zoon IJsbrand door te verkopen.
In 1869 koopt hij de Duinroos aan het Gerritslanderdijkje om de boerderij een jaar later weer te verkopen.
In 1876 laat hij Zandvrucht aan de Rozendijk bouwen. Zijn zoon Jacob gaat er wonen.
In 1884 koopt hij HoornenBurg, Molwerk 20 (hij is inmiddels 74 jaar!) en twee jaar later Bergland aan de Tempeliersweg. Een jaar later verkoopt hij deze boerderij.

Over HoornenBurg rijmt zoon Reijer:
En toen ik 9 was kocht de ouw baas
Voor zyn jongste zoontje een Boereplaas
Het was Hoorn en Burg toen wel bekent
Daar was ik dagelyks prezent
Ik moest zoo zie al by de knechte
Of zy niet waare aan het vechte

De neergang
Op zijn hoogtepunt bezit Jan Piet vijf boerderijen en 124 ha land[8] . Vanaf het uitbreken van de landbouwcrisis in 1887 / 1888 gaan de zaken echter  hard bergafwaarts. Jan Piet staat borg[9] voor zijn zoon Dirk die in 1871 land heeft gekocht aan de Postweg en een jaar later een huis heeft laten bouwen: het nieuwe Blandenberg. Dirk overlijdt echter in 1887 en om de schulden te kunnen voldoen, moet Jan Piet eigen bezit verkopen – op een volslagen ongunstig moment. Verkoping vindt plaats in logement ‘de Zwaan’.

Notaris Coninck Westenberg laat in de Texelse Courant van 22 november 1888 in een ‘Bericht van inzet’ weten dat ‘de aan den heer Jan Pz Witte toebehoorende goederen hebben op woensdag 21 november jl. bij opbieding opgebracht: 
9/12[10] gedeelte in:
1.      De hofstede Vredelust met 39 hectaren 96 aren bouw- wei- en hooiland                    f1525,-
2.      De hofstede Hermanshoeve met 23 hectaren 19 aren 13 cent.                                       f 5100,-
3.      De westelijke helft in Zamenland groot voor het geheel 1 hectare 85 are 40 cent.  f 115,-
4.      Weiland hoekstuk groot 2 hectaren 52 aren 50 cent.                                                           f 520,-
5.      Weiland Simon Kikkertsland groot 1 hectare 16 aren 80 cent.                                          f 260,-
6.      Bosch logmansbosch groot 9 aren 40 cent.                                                                              f  11,-
7.      Weiland 500 groot 89 aren 80 cent.                                                                                            f 500,-
8.      Weiland kleine Ezen groot 63 aren 80 cent.                                                                             f  55,-
9.      Weiland Ongeren groot 1 hectare127 aren 50 cent.                                                           f 230,-
Het geheel:
10.    Huis en erf en weiland Zandvrucht groot 67 are 14 cent.                                                   f 210,-
11.    Weiland Groot Ezen groot 1 hectare 98 are en 1 cent.                                                      f 410,-
12.    Weiland Kikkertslandgroot 40 aren                                                                                            f  62,-
                                                                                                                                                                       f 8998,-.
‘De afslag en eindtoewijzing is bepaald op woensdag 28 november 1888 in het logement De Zwaan aan den Burg des morgens ten 10 uur.’

Ook Blandenberg (van Dirk) en HoornenBurg (van Reyer) verwisselen van eigenaar. Het Boerderijenboek rept in totaal van 72 hectare land dat voor ¾ deel wordt verkocht.
Daags voor kerst houdt Jan Piet boelhuis in Hoornenburg; vier koeschetters, een paard, dertig schapen en tien enterlingen worden te koop aangeboden, evenals twee wagens en twee driewielder karren.

Rijkdom volgens geïnde belastingen
Dat Jan Piet in vermogen een flinke stap terugdoet, daarvan getuigen de opeenvolgende jaargangen van het ‘Kahier van den Hoofdenlijken Omslag der Gemeente Texel, jaren 1886 t/m 1892. In deze schriften is jaarlijks de gemeentelijke boekhouding van geïnde belastingen bijgehouden. Gemeten aan de hoogte van de opgelegde belastingen, bekleedde Jan Piet in 1887 de 21e plaats op de ranglijst van rijkste Texelaars. Hij betaalde dat jaar f84,-. Zijn zoon Dirk (de vader van Cornelis ‘de minister’) betaalde f16,50. Ook in 1888 betaalde Jan Piet nog f84,- aan belasting, maar in het jaar erop was dit f16,- en in 1892 nog slechts f10,-. Ter vergelijking: de rijkste tien inwoners betalen dan f100,-  of meer. De rijkste (Cornelis Keijser) is dat jaar goed voor f350,- aan belastinggeld.

Nog één keer nieuwbouw
Jan Piet, inmiddels ruim 8o+, trekt zich in 1895 met zijn ongehuwde zoon Reijer terug op Welgelegen, in de Kogerstraat.  Alhoewel hij niet meer tot de rijkste mannen van het eiland behoort, is hij ook niet armlastig. In 1900, 90 jaar oud, laat hij Maria-hoeve[11] aan de Kogerweg bouwen en gaat er wonen met Reijer. In 1905 overlijdt hij. Slechts vijf van zijn kinderen zijn dan nog in leven, plus vele klein- en achterkleinkinderen.

In memoriam
In de Nieuwe Texelsche Courant[12] van 31 mei 1905 wordt een in memoriam geplaatst dat zeer bondig verhaalt over het veelbewogen leven van ‘de oudste inwoner van Texel’.
‘Tot in hooge leeftijd was hr. Witte, niettegenstaande zijn rijk bewogen en diepbeproefd leven, een krassen grijsaard. Jaren lang was hij beëdigd taxateur van landerijen enz. Ook was deze werkzame man eenige jaren dijkgraaf van den Polder Waal en Burg, lid van het R.K. Armbestuur en van meer dergelijke instellingen, een bewijs, dat het leven van den heer Witte ook voor de maatschappij niet tevergeefs was. Hij ruste in vrede!’





[1] De kuiper was een bijnaam, die refereerde aan de achternaam van zijn oma.
[2] Diek 10 werd vanaf 1804 door twee gezinnen bewoond. Orgaan van Stichting tot behoud van historisch erfgoed, ‘’t is mooi weest’ 13e jaargang nr 2 , december 2012.
[3] Volgens de geschreven overlevering van Gouk Witte, kleindochter van Dirk, broer van Cornelis. Ook Wilma Eelman verwijst in ‘Verhalen over Texelse schapenboeten’ naar een dijkdoorbraak in 1825, waardoor de Hemmer tussen Den Hoorn en Den Burg veranderde in een binnenzee.
[4] Volgens de veetelling van 1857 bezat Jan Piet (40 jaar oud) drie ruinen en een veulen, vijf ossen, vier koeien, twaalf kalveren en een stier, en 242 schapen die hij liet grazen op eigen landerijen. Bron: Boerderijenboek deel 2, pag 578.
[5] ‘t is mooi geweest, 13e jaargang, nr 2, december 2012
[6] Aldus het boerderijboek. Het artikel in ’t is mooi geweest zegt dat hij op st Jozef woonde.
[7] Afschrift van Reijers gedichten, gedateerd jan. 1963, ondertekend door ‘C.M. Bakker Diek 21 Den Hoorn. In bezit van Irene Maas.
[8] Wat betreft het aantal ha: ‘t is mooi geweest, 13e jaargang, nr 2, december 2012
[9] In memoriam Jan Pieter Witte
[10] De Haagse notaris Eelman wordt volgens het Boerderijboek (pagina 827) eigenaar van de andere 9/12 deel en koopt tevens veel grond op.
[11] Genoemd naar zijn dochter Maria, 1868 – 1936.
[12] De Nieuwe Texelsche Courant bestond van ± 1895 tot 1929 naast de Texelse Courant. Hij werd uitgegeven door de familie Reij uit de Warmoesstraat en werd veel gelezen door katholieken.