maandag 16 september 2013

 “De zoons moesten de zaak in”

“Opa vond dat zijn zoons in de zaak moesten,” weet Wim Hansz. De twee oudste zoons Frans en Dirk gaan dan
Frans
ook venten na het afronden van de lagere school. De derde zoon, Michiel, heeft andere ambities. Hij wil boer worden! De omstandigheden spelen de jonge Michiel in de kaart. Engel Mathilda’s zus Keetje en haar man Pieter Jan Dijt, boer op Martinus Hoeve, zijn kinderloos. Zij willen Michiel graag in huis nemen en opvoeden als hun eigen kind. Dat gebeurt. Michiel vindt er een thuis en wordt uiteindelijk erfgenaam.

Aan tafel was geen plaats
Michiel
Op zondag kwam Michiel thuis uit De Westen om met zijn ouders naar de kerk te gaan in Den Burg. In de Warmoesstraat hingen zijn zondagse kleren klaar. Tante Gaath herinnerde zich hoe hij altijd aan de late kant binnenkwam en door zijn moeder werd aangespoord zich gauw, gauw, om te kleden. Bij het warme middageten kreeg Michiel zijn bord aan de secretaire. Aan tafel was geen plaats meer…  “Nogal symbolisch,” peinsde tante Gaath, na zoveel jaren.

Vader zei: ‘dit moet gebeuren’
Hans
De zoon die volgde op Michiel was Hans, en na de ‘ontsnapping’ van Michiel kwam die toch echt wél in de zaak. Of hij het nou leuk vond, of niet. Tante Annie geeft als commentaar: “Je had niet zoveel te zeggen hoor, in die tijd. Vader zei: dit moet gebeuren. De zoons hebben wel eens de zaak willen veranderen, maar opa zei dan: ‘het is er niet bij’. Die ging niet met z’n tijd mee…” 
Na de inlijving van Hans staat de weg wel weer open voor de jongste, Gerard, om een ander vak te kiezen. Hij gaat bij Cornelis’ broer Dirk de Wagenmaker in de leer als timmerman. 

Harde woorden voor Dirk
Gerard
Na zijn jeugdjaren als venter gooit Dirk als jongeman de knuppel in het hoenderhok. Ook hij wil zijn eigen weg gaan. “En daar vielen harde woorden over,” weet Wim Hansz van tante Gaath. “Volgens tante Gaath was Dirk vanaf het begin wars van het idee dat hij wéér in de zaak moest. Hij is toen beurtschipper geworden.”

De dochters
Annie 
Ook de toekomst van de dochters wordt in banen geleid. Het meest weten we (tot nu toe) van Cornelia en Gaath, de oudste en de jongste dochter die beiden ongehuwd blijven. Kneelie wordt winkeljuffrouw, en ook Duw helpt in de winkel. Gaath neemt haar moeder werk uit handen in de bewerkelijke huishouding. Van haar weten we dat zij graag had willen doorleren voor onderwijzeres, maar dat haar ouders daar, tot haar verdriet, een stokje voor staken. Toen Annie en Duw trouwden en het huis verlieten, was voor haar een taak als vliegende keep
vlnr Gaath, Corrie en Duw
weggelegd in de  gezinnen van haar broers en zus waar een paar extra handen op wasdag meer dan 

welkom waren.

De firma
Tot 1948 zijn vader Cornelis en zijn zoons Frans en Hans en dochter Corrie vennoten in een firma. Dirk stapt in 1943 uit, Duw in 1946. Beiden hebben een aantal jaren geinvesteerd in de zaak, maar er vindt bij hun vertrek geen verrekening ( 'uitkomsom') plaats. Dit wordt later 1 van de complicerende factoren in de verdeling van de nalatenschap.

Dirk
Frans een Hans gaan verder
In 1950 verhuizen Cornelis en Engel Mathilda naar de Hollewal en trekken Hans en zijn gezin in het pand naast de winkel - de zogenaamde driehoeksruil, waar ook Gerard en Annie bij betrokken zijn. Voortaan gaan Hans en Frans verder met het bedrijf. Frans werkt vanuit Oosterend met een bloeiende ventpraktijk in het noorden van het eiland.
De winkel in Den Burg wordt in 1956 feestelijk en met nieuw elan, en onder de naam ‘Witte’s Bazar’ heropend in de Weverstraat; Hans en Trees zwaaien er de scepter. Corrie is er nog een poosje winkeldame, maar moet uiteindelijk het veld ruimen voor de kordate Trees. Deze heeft andere ideeën voor het runnen van een winkel, en dat botst.

Trekken van Drees
“Oom Frans overkoepelde het geheel toen opa weg was,” aldus Wim Hansz. “Hij deed de boekhouding van Oosterend én Den Burg. Hij ging ook achter de aow van opa aan. Opa vond dat zijn jongens maar in zijn levensonderhoud moesten voorzien – hij had immers voor zijn kinderen gewerkt! Hij vertikte het om ‘van Drees te trekken’. Frans had minder scrupules en haalde de aow op op het postkantoor, in briefjes van vijf.”

Zo liepen de zaken
Venten vanuit Den Burg werd minder zinvol, mensen kwamen naar het dorp om te winkelen. Terugkijkend zegt Wim Hansz: “Dat motiveerde niet om erop uit te gaan." De winkel in Den Burg liep niet zoals gehoopt, de ventpraktijk van Frans daarentegen, floreerde. De broers bleven echter zakelijk met elkaar optrekken. Inmiddels was Dirk tóch de handel ingegaan met boerenartikelen die hij vanuit de ‘paardenstal’ aan de Weststraat en op de markt verkocht. Niet zelden nam Frans bestellingen van boeren op voor Dirk – ze werkten samen.