zondag 15 september 2013

‘De kleine koopman!’
De minister komt met zijn ventwagen in Oudeschild

De minister kwam één of tweewekelijks – op maandag - op het buurtje in Oudeschild waar Jaap Bakker als kind woonde. Jaap kwam altijd in de kar kijken, want het statige ministertje had ook zaken bij zich waar een kleine jongen van droomde. “Zijn kettenwagentje parkeerde hij in de straat,” herinnert Jaap zich.  “Iedereen wist dat hij er was, want hij kondigde zich altijd aan: eerst met een viertonig, gefloten deuntje, dan riep hij ‘de kleine koopman!’ en vervolgens somde hij op wat hij bij zich had: ‘wasknijpers, potten, schuurpapier, lampenpitten, kopjes…’” Ver kwam hij daarbij nooit, want de mare van zijn komst verspreidde zich snel en de vrouwen kwamen het huis uit om hun inkopen te doen.

De minister, op zijn paasbest, +/- 1948
In zijn lange zwarte jas met versleten bontkraagje, onafscheidelijke hoed en brilletje op de smalle neus was de minister een bekende figuur. Ook zijn kar met een verbazingwekkend assortiment aan huishoudelijk artikelen, vormde een vertrouwd straatbeeld. Tientallen kleine artikelen waren zorgvuldig opgeborgen, andere, minder kwetsbare zaken hingen aan de zijkanten. “Als hij ermee door een knip (een kuil in de weg) reed, had hij wel voor duzend gulden schade!,” veronderstelden zijn klanten. Jaap Bakker herinnert zich met name de blikken trommel waar de minister altijd op zat met de teugels van de ket in de hand. “In de trommel zaten de ploffertjes in mooie ronde doosjes.” In wit geschilderde kisten, met een glasplaat bedekt, lagen waxinelichtjes, kijkglaasjes voor petroleumstellen, aardewerk en weckflessen met ringen. “Rijk kon de minister er onmogelijk van worden,” zegt Jaap, terugkijkend. “De ploffertjes verkocht hij voor 3 cent per doosje…”

Jaap was betoverd door de Herder zakmessen uit Solingen, die naast de scharen onder glas lagen. “Als je daarover begon… Ik stond er als jongen altijd naar te kijken en dat had hij dan door – dat vond hij wel prachtig.” Voor 75 cent was zo’n mes de jouwe. En wie ‘een schaar van de minister’ had, liet daarmee blijken oog voor kwaliteit te hebben.

Jaap Bakker vermeldt in een verhaal dat hij in het ‘Dorpsblad Oudeschild’ publiceerde: “Bij bakker De Ruiter ruilde Witte meestal in natura voor koek die hij dan bij zijn nichtje Marrie[1] van Piet Boom nuttigde met een bakje koffie[2].”






[1] Marrie was de dochter van Cornelis’ oudste broer Jan Witte
[2] Over winkeltjes en kroegjes – nostalgische wandelingen door ons dorp van Weleer. Deel 8 door J.j. Bakker Jll: D.S. Bakker. April 1980. Dorpsblad Oudeschild.